dinsdag 29 juni 2010

Van oost naar west

Ulan Bator

Beste blogfans, vooraleer jullie verder lezen, surf eerst even naar de volgende url en laat deze heerlijk meeslepende Mongoolse muziek een achtergrondgeluid vormen voor onze avonturen.


http://www.youtube.com/watch?v=OFBkFzsB0cg

Wij hoorden dit liedje van de immens populaire lokale Danny Fabri (voor de Hollanders:Jantje Smit) tot vervelens toe op onze reis door Mongolie: op restaurant, op cafe, als beltoon op gsm's en op de bus maar liefst 30 achter elkaar!

Naast onze trips door het platteland spenderen we ook enkele dagen in de hoofdstad: Ulan Bator (UB). Er wonen 1 miljoen mensen, de helft van de totale bevolking van Mongolie. De stad heeft eerder iets weg van een klein provinciestadje.



Je moet er enorm oppassen als je de straat oversteekt. Voetgangers hebben geen rechten. Auto's gaan sneller rijden in plaats van te vertragen, als een soort van waarschuwing naar de voetgangers "He, maak dat je wegkomt"

Maar UB is meer dan een dumpplaats voor lelijke betonnen Russische flatgebouwen. Er valt af en toe zelfs een streepje cultuur te beleven. Zo gaan wij naar de opera Fledermaus, in het Mongools. Dat is best leuk.


Het Boeddhistenklooster


Het busstation van de hoofdstad van Mongolie: er zijn geen perrons, borden met uurroosters of laat staan zelfs maar een stationsgebouw. Het is een stuk braakliggend terrein waarop kriskras, zonder enige logica, bussen staan gedrapeerd.



Wel is er gelukkig geen gebrek aan openbare toiletten (alias beerputten met een hokje eromheen)


De munteenheid in Mongolie is de Tugrug. Die munt doet het niet zo goed: 1 euro is 1600 tugrug. Ze hebben alleen biljetten, geen muntjes, en het hoogste biljet is slechts 20 000 tugrug waard (inderdaad beste rekenaars, een slordige 12 euro)
Als je dan op een meerdaagse tour wilt gaan, en het bedrijf aanvaardt geen visa kaart (wat ze nergens doen in Mongolie) leidt dit tot maffe hoeveelheden papiergeld.


Herinneren jullie je deze meisjes nog?

Inderdaad, de Koreanen uit de Gobi woestijn! Met de twee meest rechtse exemplaren gaan we een dagje paardrijden in het Terelj National Park, een uurtje rijden vanuit UB. Ook raken we via hen verzeild in een Koreaanse cultural performance show, waar we optredens van veel te hoog zingende mannen, ellenlange dansnummers en een bespeling van een soort van valsklinkende viool moeten doorstaan.


En dan komen we onze medebelg Michiel weer tegen, die het met zijn wilde haardos veel te warm heeft in het broeierige UB. Ik ontdek dat ik mijn roeping als kapper heb gemist.


Welkom in Rusland

Vanuit UB nemen we de trein naar Rusland. We delen de treincoupé met de Russische Buryatvrouw Dulgur.
De Buryats zijn met 350 000 mensen de grootste etnische minderheid in Siberie, Ze zijn van Mongoolse afkomst en zien er dus Aziatisch uit. Ze delen hun taal, tradities en godsdienst (boeddhisme en shamanisme) met de Mongoolse zuiderburen. Ze leven voornamelijk in de Buryat Republiek: de grensstreek van Rusland en Mongolië ten zuiden van Lake Baikal, hun hoofdstad is Ulan-Ude en daar gaan wij naar toe.

Voor het zover is moeten we natuurlijk eerst de grens oversteken. Dat verloopt relatief vlot: de trein staat aan elke kant van de grens vijf uur stil. Volgens de reisgids kan dit oplopen tot 12 uur in totaal, dus we hebben geluk!
Dit soort ceremonies worden we stilletjesaan gewoon, maar vooral van de Russen hadden we iets meer drama verwacht, we zijn een beetje teleurgesteld.
Onze coupé wordt slechts drie keer ondersteboven gehaald (1 keer aan de Mongoolse kant van de grens en tweemaal aan de Russische kant) om verstekelingen en illegale handelswaar op te sporen, en de inhoud van onze reistassen wordt niet eens bekeken. Ten slotte komt er nog een afschrikwekkende drugshond onze coupe besnuffelen.


Verder verloopt de treinreis traag maar gestaag, Sabrina maakt van de verveling een deugd en smeedt alweer nieuwe vriendschappen. Wij genieten van het uitzicht.




Ook Dulgur haalt het maximum uit haar tijd en bestudeert intens ons Engels-Russisch vertaalboekje. Ongeveer elk uur moet Geert van haar een examen afnemen en het resultaat is dat ze haar kennis van het engels tijdens deze treinrit verzesvoudigt! (Haar woordenschat van 5 woorden wordt maar liefst uitgebreid tot 30)


Ulan Ude

Op het station van Ulan-Ude worden we opgehaald door Meneer Vladimir, de eigenaar van het hostel waar we verblijven. De rit duurt 15 minuten en Vladimir vertelt honderduit over zijn stad. Helaas spreekt ook hij maar 5 woorden engels.

Vlakbij het hostel treffen we angstaanjagende taferelen aan. Wij letten in deze stad extra goed op Sabrina.


Rusland is het eerste land op deze reis waar we weer eens echt lekker brood kunnen eten, en oh wat smaakt een bordje puree goed na 2 maanden China en Mongolie. Op straat lopen mensen rond die er (afgezien van hun typerende Russische hoofden) net zo uitzien als wij. We worden in het Russisch aangesproken in de veronderstelling dat we lokale mensen zijn. We voelen ons eindelijk weer een beetje thuis. Alhoewel Europa geografisch nog wel een stukje van ons verwijderd is.

In het centrum van Ulan-Ude kun je het grootste Lenin standbeeld ter wereld bewonderen.
De Buryats geloven dat het enorme hoofd van Lenin er geplaatst werd als wraak voor hun verzet tegen de Sovjetisatie, maar wie het laatst lacht best lacht: Als je goed kijkt zie je dat Lenin's ogen er verdacht Aziatisch uitzien.


Ivolginsky Datsan is het centrum van het Russische Boeddhisme. Dit Tibetaanse klooster is 35 km buiten Ulan Ude gelegen. Het is een mooie serene plek, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De busrit ernaartoe is nog opwindender dan het klooster zelf. Uiteraard ontbreken de typerende blauwe sjaals niet en ook woont er in het klooster een verliefd duivenkoppeltje.




Na een dagje Ulan-Ude stappen we de nachttrein op naar Irkutsk, de hoofdstad van Oost-Siberie en onze uitvalsbasis voor een tocht naar het mysterieuze Baikalmeer.

zaterdag 26 juni 2010

Golden Gobi

Mongoolse maffia
De hostels in Ulan Bator zijn ook allemaal touroperators. Dat lijkt handig op het eerste gezicht, maar dat is het niet altijd. Ze worden namelijk woest als je er nog maar over denkt om elders een tour te boeken, omdat die bijvoorbeeld goedkoper is of veel interessanter. Wij wagen het toch en worden meteen uit onze kamer getrapt... En dat niet alleen, ons ex-hostel heeft ook meteen alle andere bevriende hostels in de stad gebeld om te voorkomen dat we nog ergens een kamer vinden. Akelige maffia-praktijken hier in UB, maar geen nood beste lezers, wij zitten nu in een leuk hotelletje dat gelukkig g
één tours organiseert.

Fawlty towers
Wel zijn we vanmiddag een half uur bezig geweest om de manager van dat hotelletje duidelijk te maken dat we een kamer willen met een dubbel bed in plaats van 2 enkele. Geert probeerde met het maken van tekeningen van een groot bed met een cirkel errond en 2 kleine bedden met een kruis erover het een en ander op te helderen, en na vijf keer heen en weer rennen tussen verschillende kamers (op verdieping 3 of 4) en de receptie (op de begane grond) in een hotel zonder lift is het dan uiteindelijk gelukt
.

Afin, na onze avonturen in de sneeuw nemen we het zekere voor het onzekere: onze volgende bestemming in Mongolie wordt de Gobi woestijn. Garantie voor broeiend heet weer, laat maar komen!


De Golden Gobi
Met een groepje van 6, een aftands Russisch busje, een chauffeur en een piepjonge gids annex kok trekken we naar het zuiden. Tijdens onze 8 daagse rondrit zullen we de meeste tijd in de jeep doorbrengen. De afstanden die we moeten rijden zijn behoorlijk groot, en de staat waarin het wegennetwerk van Mongolie zich bevindt helpt ook niet echt. De hoofdweg naar het zuiden is niet meer dan een zanderig karrespoor vol kuilen en hobbels.
De technische toestand van de jeep is ook niet om over naar huis te schrijven. We stoppen ontelbare keren vanwege oververhitting van de motor. Koelvloeistof kennen ze niet, er wordt gewoon water gebruikt, dat wordt afgekoeld door de wind die onder de auto doorblaast. Als er geen wind is, of als ie uit de verkeerde richting komt werkt het systeem dus niet... Maar onze chauffeur is een held, hij ligt meer onder de auto dan dat ie achter het stuur zit, en keer op keer krijgt hij de jeep weer aan de praat.
Meermaals op onze route wordt er gestopt bij een ovoo: een heuvel van stenen met bovenop blauwe linten. Je moet er 3 keer in klokwijzerszin omheen lopen en bidden voor een goed verloop van de reis zonder al te veel autopech.

Op onze tocht overnachten we bij nomadische families, die een extra ger voor ons zessen ter beschikking hebben. We doorstaan wederom vele zonsondergangen.
Een uitgestrekt desolaat landschap trekt traag langs ons heen. Af en toe stuiten we op een kudde paarden. Michiel, onze medebelg, poseert met een minder gelukkig exemplaar van de Mongoolse veestapel. Het was een strenge winter in Mongolie en veel dieren hebben die niet overleefd.

Na 3 dagen hobbelen door schitterende landschappen bereiken we het Gurvan Saikhan National Park, vooral bekend om enerzijds een schaduwrijke ijsvallei waar zelfs in de hete zomer nog een ijslaag van een paar meter ligt en anderzijds een gigantische zandduin.
Bij de zandduin mogen uiteraard de kamelen niet ontbreken, en ook de Zuid-Koreanen zijn er goed vertegenwoordigd.
Een derde plaats in het nationaal park die we bezoeken zijn de Flaming Cliffs, waar er heel veel dinosaurusfossielen zijn gevonden. Sommige mensen moeten er echter dringend een nieuwe gps aanschaffen.
Na 8 dagen ontberingen en een chronisch tekort aan douchen bereiken we de hoofdstad Ulan Bator. Geert en onze gids Pakmaa poseren gelukkig en voldaan.

vrijdag 25 juni 2010

HET THUISFRONT: WAAR IS HET NOG GEVAARLIJKER DAN IN MONGOLIË ?

Irma en Geert sturen nu wel stoere verhalen over sneeuwstormen en eng eten in de Gobi woestijn, maar ECHT gevaarlijk is……….vakantie in Duitsland. Tenminste tijdens het WK voetbal.

We stonden woensdag ergens langs een fraai riviertje in de vroegere DDR. Daar zijn ze tegenwoordig nog Duitser dan Duits. Da’s dus echt fanatiek zoals zou blijken.

Die avond speelde Duitsland tegen Ghana.
Naast ons stond een ouder stel uit Groningen. “Vlakbie hebb’n ze ’n uutzending van ’t voetbal op ’n groot skerm. Da’s leuk ! Moar ie moet niet teveel juich’n als die Ghanez’n winn’n, want dan word’n die Duutsers kwoad”.

Het geheel bleek zich af te spelen in een grote tent. Daarvoor stonden enige eettentjes opgesteld. In de ene kreeg je bier met bratwurst. En in de andere bratwurst met bier. Toen we aankwamen speelden ze net de volksliederen. Een paar honderd Teutoonse fans brulde luidkeels het “Deutschland über alles” mee, dus we bleven buiten maar even wachten.

Er was nog een plekje vrij naast een reusachtige Germaan compleet met hartvormige tatouage met “Mutti” erin. Hij was duidelijk al sinds een paar uur bier aan het hijsen dus Hanneke siste me toe dat ik neutraal moest blijven.

Natuurlijk ben ik neutraal !! Ik ben heus niet tegen Duitsland. Natuurlijk ben ik er ook niet vóór; ik ben gewoon voor iedereen die tegen Duitsland speelt. Net als die Groningers naast ons. Toen dus de Ghanezen gevaarlijk aanvielen konden we niet nalaten “yes, yes, yes” te sissen. Niet te hard natuurlijk, maar toch genoeg om de aandacht van Mutti’s lieveling te trekken.
“Seit Ihr Holländer ?”, vroeg hij wantrouwend.
Nu heb ik geleerd dat je in zo’n situatie nooit moet beginnen te liegen. Dat komt altijd uit.
“Wir wohnen in Belgien”, sprak ik dus naar waarheid.
De onbenul trapte erin: “Das geht denn noch”.
Helaas maakten de Duitsers even later een doelpunt. Dus iedereen sprong op en stak brullend de armen in de lucht. Nu moet ik toegeven dat ze in tegenstelling tot vroeger niet alleen de rechterarm omhoogstaken, maar toch…………wij reageerden te laat en bleven zitten. Dat trekt dus de aandacht.

“Für wen seit Ihr eigentlich ?” vroeg Mutti’s zoontje terwijl hij één oog nadenkend dichtkneep. Het geluk was echter aan mijn kant. De gitzwarte Ghanezen speelden die avond in het wit en de blanke Germanen waren in het zwart gekleed.
“Ich bin natürlich für die schwarze Mannschaft” zei ik dus. En verdomd, hij trapte er weer in: “Das ist Ihr auch geraten”.

Hanneke vond het toch verstandiger om verder maar in de auto op een Ghanees doelpunt te gaan hopen. De kans bestaat dat in een van de volgende rondes Duitsland tegen Nederland uitkomt. We plannen alvast dat we dan snel doorrijden naar Polen. Daar schijnen ze ook altijd voor de ploeg te zijn die tegen Duitsland speelt.

Lijkt mij toch veiliger.....

donderdag 24 juni 2010

Zomer in Mongolie

Met de reisorganisatie GerToGer (Community based ecotourism) vertrekken we op een trektocht door het platteland van Mongolie, meer bepaald in de provincie Arkhangai in het Westen van het land.
Een ger is een cirkelvormige nomadentent van zes meter diameter waarin families van twee tot acht personen wonen.


Zoals de naam van de reisorganisatie al onthult is het opzet om elke dag van de ene ger naar de andere te trekken en ter plaatse een aantal traditionele activiteiten van de nomaden te leren. Dat houdt bijvoorbeeld in : boogschieten, worstelen, paardrijden, yoghurt maken, enzoverder. De bedoeling is om de reizigers onder te dompelen in de levensstijl van deze nomadische herders, terwijl de centen die je ervoor neertelt voor een belangrijk deel terugvloeien naar de nomadenfamilies.

Vermits het in het noordelijk halfrond nu bijna zomer is bereiden wij ons voor op de zonnige, warme dagen en nemen veel water, zonnecreme, lichte kleding, enz. mee.

Wij komen aan bij de eerste ger, maken kennis met de herders en kamperen in ons tentje tussen de geitekeutels. We leren boog- en enkelbeenschieten.






Dat laatste komt erop neer om vanop een afstand met de middelvinger een projectiel in de richting van een paar enkelbotjes te mikken. Wie ze kan raken is de held(in).





De dag nadien wandelen we met de ossenkar (= een os met een kar erachter, met daarop onze bagage en Irma) 25 kilometer door eindeloze groene graslanden.


Af en toe komen we een paarden- of geitenkarkas tegen (doodgevroren in de winter). We steken twee kolkende rivieren over bovenop de kar (er zijn hier geen bruggen).


Het is broeiend heet, we komen aan bij de volgende ger waar we avondeten krijgen en 's avonds kruipen we doodmoe en bijna verbrand de tent in. Het regent een klein beetje 's avonds, maar de tent, matjes en slaapzakken die we bij GerToGer huurden (eat this, Nieuw-Zeeland! Zelfs in Mongolie verhuren ze slaapzakken...) zijn van goede kwaliteit en we blijven heerlijk droog. Het geluid van de regendruppels verandert later zelfs in een zacht geritsel op het tentzeil, da's een goed teken, zo weten wij. We dommelen tevreden in en hopen dat het morgen niet weer zo'n hete dag wordt ...

5 uur 's ochtends. Irma maakt mij wakker met een lichte toon van paniek : "de tent staat onder water". Ik had die tent zelf opgezet dus wist dat dat onmogelijk was (duoh). Dat was de eerste gedachtenflits. Ik opende mijn ogen en zie tot mijn verbijstering ook opeens dat het dak van de tent helemaal doorgezakt was en bovenop ons ligt. Als een marmot kruip ik die tent uit, open het voorzeil en zie dat het groene landschap rondom ons is veranderd in 1 grote sneeuwvlakte! Er ligt verdomme 20 centimeter sneeuw rondom en dus ook op de tent, het waait en het is ijskoud!




Reken even mee : de dag ervoor 30 graden, en nu sneeuw. Hallo klimaat?

Ik haal alle sneeuw van de tent en kruip terug in m'n slaapzak. Het sneeuwt nu nog heviger en een uur later is het dak weer ingezakt. Ten einde raad en helemaal verkleumd breken we gans ons kampement op en kruipen mee bij de herder en z'n familie in de ger.

Het plan om die dag verder te trekken valt uiteraard volledig in het ehh ... water. De herder (mr. Batdelger) vindt het geen goed idee om door dat vriesweer 25km te gaan wandelen en bovendien zal het waterpeil van de rivieren die we moeten oversteken minstens een meter gestegen en dus levensgevaarlijk zijn, zo weet hij.




Dat betekent dat wij noch vooruit, noch achteruit kunnen op onze reisroute. Ook Batdelger beseft dit en legt ons uit dat dit voor hem geen probleem is. Hij heeft net een geitje geslacht, er is water genoeg, en van zodra het waterpeil terug zakt kunnen we verder.




Intussen legt hij aan de hand van onze picture dictionary en een Mongools phrasebook uit welke activiteiten we bij hem zo allemaal kunnen doen. We leren kaas en boter maken, yaks melken, dumplings (een soort ravioli) maken, spelen behendigheidsspelletjes met enkelbotjes en maken zelfs een Mongoolse denkpuzzel met het bot van een schaap.













Om te eten slachten herders geiten waarvan letterlijk elk onderdeel gebruikt wordt (er mag niets verloren gaan natuurlijk). Om te drinken gebruiken ze water uit slootjes waar koeien in plassen (en ook gaan liggen sterven). Het slootwater wordt wel eerst 10 minuten gekookt, hygiene, weet u wel?

Het toilet doet me denken aan m'n tijd bij de scouts van Lubbeek:


Wij eten dus een bouillonsoepje en heerlijke stukjes geitenlong, geitenhart, met geitenbloed gevulde geitendarm, met geitenbloed gevulde geitenmaag, geitenlever en, omdat variatie in dit deel van de wereld ook geapprecieerd wordt, eten we ook de nieren op. Irma haakt snel af, en duikt de rugzak in om de noodvoorraad noedels te plunderen.


Als het na een paar dagen eindelijk terug begint te dooien bellen we met de gsm van de herder naar de dichtstbijzijnde stad en bestellen een jeep die ons komt ophalen. Die dag vereert onze gastheer ons door z'n snuifdoos boven te halen. Mannen mogen er een klein beetje van in hun neus duwen, vrouwen ruiken eventjes aan de hals van de fles.


Dan tovert Batdelger nog iets unieks tevoorschijn uit z'n kast : traditionale nomadenkleding. Er volgt een fotoshoot!




We keren drie dagen vroeger terug van onze tocht : onze 9-daagse trekking is in de sneeuw gevallen, in de zomer. Komt dat tegen.

We verblijven nog twee nachten in het provinciestadje Tsetserleg, op 480km ten Westen van Ulaanbaator (UB), waar het weer intussen veel beter is.



We bezoeken er een paar boeddhistische kloosters en eten Lasagne en carrot cake in het Fairfield guesthouse, dat wordt uitgebaat door een Brits koppel. Echt genieten is dat, na een rantsoen van noedels, geitenderivaten en slootwater.














In Tsetserleg is er geen Touring Wegenhulp. Bij panne bedenkt men een creatieve oplossing om alsnog de eindbestemming te bereiken.



De dag daarop keren we met het openbaar vervoer terug naar UB. De rit duurt 8 vervelende uren en de bus zit tsjokvol. Sommige passagiers moeten noodgedwongen plaatsnemen in het gangpad of worden gewoon tussen twee zitjes in geperst.



Ons volgende reisdoel is de Gobi-woestijn in het zuiden van het land. Wij gaan op zoek naar het beste aanbod op de markt van de budget-tours en leren dat zaakjes doen in Mongolie net dat tikkeltje minder vlot verloopt dan in Europa.