zondag 30 mei 2010

"To remind"

Op een van onze excursies (in Shanhaiguan, een stad bij de zee op 300km ten Oosten van Beijing in de Hebei provincie) botsten wij op een groot bord met deze tekst:

"Comrades of the drivers and tourists:
When you stop the vehicle leavesthe parking lot, the vehicle door lock do be please good, and cash and camera, handset and so on valuables body carrying, because takes care of bad, causes the goods to lose, the damage, is robbed and so on situation occurrences, voluntarily is responsible by the tourist.
Border defense local police station"



Wij komen met ons Chinees niet veel verder dan een drietal woorden (goeiedag, bier en dankuwel) dus vinden het een hele prestatie van de Border defense politie om dit prachtig staaltje van Chinglish af te leveren.

En dan nog een persoonlijke mededeling : wil Raf Simons dringend contact met ons opnemen aub? Wij hebben uw zwemtas teruggevonden.

Beijing voor dummies

In Beijing (Peking) couchsurfen we bij de Californische Lisa. Zij woont en werkt hier al 2 jaar. Haar flat met 3 slaapkamers en 1 badkamer deelt ze met 2 andere Amerikanen. De rest van het gebouw wordt bewoond door Chinezen. Die leven met gemiddeld 12(!) mensen per flat. Als Chinees ben je nooit alleen.

De straat van Lisa ligt in een hútòng, een authentieke Chinese Woonwijk. Hútòngs zijn tegenwoordig een bedreigde soort. Ze worden door de overheid systematisch platgegooid om plaats te maken voor brede asfaltwegen en lelijke moderne flatgebouwen. Alleen in de binnenstad blijven er nog een paar bewaard.
De Chinezen in een hútòng wonen met z'n zovelen in een kamertje dat vaak tevens dienst doet als winkeltje, of eethuisje, of kapsalon, of fietsenmakersatelier, of... Die huisjes hebben geen wc, de mensen doen hun behoefte in het openbare toilet.

Dat openbare toilet is letterlijk openbaar. Het bestaat uit een rij hurktoiletten (een gat in de grond) waartussen muurtjes van ongeveer een meter hoog staan. Vooraan is het open, er is geen deur. De oude dametjes zitten er gezellig op een rij hun gevoeg te doen en intussen keuvelen ze over wat ze 's avonds zullen eten. Als Chinees ben je nooit alleen.

Steegje in een hútòng
Als er asfalt moet gelegd worden kun je maar beter niet verkeerd parkeren, je auto wordt NIET weggesleept...

Het sociale leven speelt zich af op straat

In 1999 bezocht ik Beijing een eerste keer (Kapu was hier nog niet eerder) en sindsdien is er veel veranderd. De tempels staan er nog, de Forbidden City en het Tiananmenplein pronken in het centrum van de stad maar verder is het onherkenbaar. Waar het vroeger een hectische bedoening was rondom deze historische attracties is het nu vrij kalm: geen bedelaars meer, de straten zijn schoon, overal staan vuilnisbakken, er zijn zo goed als geen straatverkopers, wel is er heel veel politie die om de haverklap een Chinees tegenhoudt voor paspoortcontrole... Ook alle straatnamen zijn in het Engels vertaald. Het lijkt erop dat ze 'grote kuis' hebben gehouden in 2008, voor de Olympische Spelen.
Er is nu ook een uitgebreid metronet onder de stad:
Sommige dingen in Beijing veranderen echter nooit: Zo hoor je om de paar minuten een Chinees luidkeels rochelen, om hem daarna de inhoud van zijn mond op straat te zien uitspugen. De kinderen dragen geen luiers, maar broekjes met een sleuf erin waardoor ze midden op straat plassen. Ook stikt het er nog steeds van de de taxi's (1 euro voor een rit van 3 km) en fietstaxi's

Beijing is een genot voor iedere man en vrouw die van een verzorgd uiterlijk houdt. Een knipbeurt bij de kapper kost 4 euro (wassen, knippen en drogen), een pedicure is 6 euro.
Ook zie je overal reclameborden die massages aanprijzen. Na weer een lange dag rondslenteren in de stad hebben Geert en ik wel trek in een voetmassage. Nadat we eerst wat van de prijs afpingelen worden we begeleid naar een klein groezelig kamertje. We nemen plaats op de ligstoelen en onze masseuses komen binnen: ze zien er een beetje vreemd uit. Hun hakken zijn net ietsje te hoog, hun rokje iets te kort en hun decollete iets te diep. "Ach ja", denk ik, "als ze mannen kunnen plezieren zullen ze vast ook wel goed kunnen masseren". Geert heeft de situatie intussen ook geanalyseerd en stelt mij lachend voor om in de kamer ernaast te gaan liggen. "Dat is veel rustiger, zo alleen", zegt ie. Maar ik blijf koppig liggen. "Als Belg in China ben je ook nooit alleen", denk ik.
De dames storten zich intussen op onze voeten. Me verwachtend aan een zachte ontspannende massage sluit ik relaxed mijn ogen... om ze daarna weer wijdopen te trekken. Onze Chinese vriendinnen lijken wel 2 slagerswijven die het vlees van onze botten willen trekken. Ze kneden onze voeten alsof het gehakt is, en bonken met hun vuisten op ons vlees alsof ze een biefstuk aan het platslaan zijn. Dit is massage Chinese stijl! Welkom in Beijing.

woensdag 26 mei 2010

HET THUISFRONT NEEMT DE MACHT OVER: De WK-quiz

Beste bloglezers,

Op de redactie is een groot aantal klachten binnengekomen die allemaal betrekking hebben op de moeilijkheid van de door Geert en Irma gestelde vragen. Het begon nog met een redelijke doe-vraag over het bijeengooien van wat spinazie en kip (de zgn Kip Kapu). Maar al snel werd het een intellectueel hoogstandje met onmogelijke opgaven over “perched lakes” en rare plaatsnamen.

Hierdoor dreigt de blog een speeltuin voor de elite te worden ! Sommige fanatieke lezers zitten uren op internet en anderen gaan zelfs zover hoogleraren aan te schrijven !! Zoals jullie hebben kunnen lezen heeft de Chinese overheid al ingegrepen waardoor onze wereldreizigers geen toegang meer hebben tot “hun” blog.

Voor het redactiebureau in Bekkevoort is het duidelijk: de macht moet overgenomen worden. Dit is het moment voor het lanceren van een WK-voetbal-quiz waarbij het niveau van de vragen is aangepast aan het gemiddeld IQ van de modale voetbalhooligan.

Hier de vraag:
De foto hieronder is deze week door de redactie gemaakt in een willekeurige straat alwaar de bewoners zich kennelijk voorbereiden op een plezierig WK-tournooi. De vraag is uiteraard: in welk land is deze foto gemaakt ?



Hanneke, de assistente van de redactie assistent, kijkt over mijn schouder mee en zegt: “Dat is niet eerlijk voor de Belgen ! Die weten toch weinig van oranje vlaggetjes !!”.

Goed, hier dan een vraag voor de Belgische bloglezers. Welke Belg was jarenlang keeper bij Bayern-München en spreekt nog slechter Duits dan Louis van Gaal ? Als extra aanwijzing: de sympathieke krullenbol is nauwelijks onnozeler dan de rest van zijn familie. En gezamenlijk hebben ze een aardige bijverdienste als TV helden.

Het intellectuele nivo kennend van de bloglezers kan ik niet helemaal uitsluiten dat we meer dan één juiste oplossing binnenkrijgen. Daarom heeft de redactie een schiftingsvraag bedacht !
Over een paar weken is de WK finale. De vraag is NIET wie er dan tegen Nederland in het strijdperk treedt. Nee, de vraag heeft betrekking op het feit dat Irma en Geert dan ergens een kroeg met TV moeten vinden om de triomf van Oranje te volgen. In de Chinese Gobi ? De Mongoolse steppen ? De Siberische wouden of de Russische taïga ? De schiftingsvraag is uiteraard: WAAR zijn onze helden op de avond van de finale ? Het antwoord moet natuurlijk iets nauwkeuriger zijn dan “Siberië”, da’s wat ruim.

Dus pak allemaal je atlas of open google-earth en stuur een SMS met de juiste plaatsnaam naar Irma of Geert. Het kan weer een prachtige ansichtkaart opleveren !!

Exit Aussie

Intussen zitten Kapu en Giri al volop in China, maar onze laatste dagen in Australie willen we jullie niet onthouden.

We gaan 2 weken terug in de tijd en bevinden ons in het stadje Bundaberg.
Deze stad is bekend vanwege zijn 'Bundaberg' rumstokerij. Jullie hebben vast nog nooit van dat sterk merk gehoord: er wordt namelijk slechts 4% van die rum geexporteerd, waarvan 3% naar Nieuw Zeeland en 1% naar de rest van de wereld.
Om het exportcijfer te verhogen hebben ze een jaar geleden de productie flink opgevoerd, maar het resultaat was dat de Aussies gewoon meer gingen zuipen zodat de export nog steeds maar 4% bedraagt.





Tijdens de rondleiding in de stokerij kunnen we helaas geen foto's maken want er hangen zoveel alcoholische dampen in de lucht dat bij het minste vonkje de hele zooi in de fik vliegt. Na de tour krijgen we 2 gratis consumpties, onze conclusie: Deze rum is goddelijk!



Om bij te komen van alle rum brengen we een paar dagen door in de badstad Noosa. Daarna is het tijd om onze campervan te gaan droppen in Brisbane.


Brisbane (Brissie voor de vrienden, BrizVegas voor de fans) is de grootste stad van de provincie Queensland. We nemen afscheid van ons minihuisje op wielen en slapen nog 2 nachten in een hostel voor we op het vliegtuig naar China springen.Het hostel heet 'Yellow Submarine', een toepasselijke naam want ons bed lijkt wel een zinkend schip. Als je je omdraait denk je dat het elk moment in mekaar kan storten, zo kraakt het. Gelukkig is de rest van Brisbane wat meer solide.






Om ons cultuurpeil wat op te krikken gaan we naar het museum, er loopt een tentoonstelling van Ron Mueck: die maakt beelden van veel te grote en te kleine mensen die er afschrikwekkend reeel uitzien.









En dan is er nog de "1770" prijsvraag:


Martin uit Bekkevoort wist ons te vertellen dat er een dorpje bestaat in Arkansas, USA met de naam "56". Proficiat, je krijgt van ons een kaart uit China.
Sophie uit Leuven probeerde het met "Tienen". Jij krijgt van ons de aanmoedigingsprijs, geef je land van voorkeur maar door.


Voor alle duidelijkheid: de perched lakes prijsvraag van een paar blogs geleden was wel degelijk een slechte grap van Kapu. Sommige individuen hebben echter veel over voor het ontvangen van een postkaart van het bijna wereldberoemde reisduo.


Lea uit Kessel-Lo vond 5 perched lakes na een 2 uur durende zoektocht op internet. Zij krijgt van ons voor deze toch wel indrukwekkende prestatie een kaartje uit een land naar keuze. Lea laat je de redactie jouw land van voorkeur weten?


En dan is er Martin uit Bekkevoort, alias Dad, van hem ontvingen we een mail waarin hij 19 perched lakes opsomde, vastberaden om ook de overige lakes op te sporen schreef hij ten einde raad een hoogleraar uit Utrecht aan die gepubliceerd heeft over perched lakes:


"Geachte Professor Visscher,

Na enige aarzeling neem ik het initiatief U te contacteren voor een misschien wat ongebruikelijke "wetenschappelijke" vraag.
Mijn dochter en haar vriend maken op dit moment een wereldreis en zijn op het Australische Fraser eiland beland. Hun avonturen zijn te lezen op http://kapugirima.blogspot.com/ en regelmatig dagen zij hun lezers uit tot enige intellectuele activiteiten.
Zo ook na het bezoek aan het Fraser eiland.

Ik citeer:
"Een andere bezienswaardigheid is Lake McKenzie, een 'perched lake'. Mij leek het eerder onmogelijk dat er zich bovenop een enorme zandduin een meer kan vormen, maar de bodem van het meer bestaat uit een soort cement, een 100% waterproof laagje humus, gevormd door een mengsel van zand, zoet water en plantenresten. Dat laagje belet dus dat het regenwater door het zand wegsijpelt, waardoor er zich een meer vormt.
Er bestaan op aarde maar 80 dergelijke meren, waarvan er zich 42 op dit Fraser Island bevinden.
Wat dit laatste feit betreft : de lezer of lezeres die ons de andere 38 locaties weet door te mailen ontvangt van ons - jawel - een postkaart uit een land naar keuze".
Einde citaat.

Al googlend heb ik diverse locaties gevonden (Noord-Centraal Minnesota (USA), Sandy Creek (Aus), Perches Lake south-west Tasmania, North Stradbroke Island (Aus) , Toolobon Lake (Aus).
Ik weet niet of de bovenstaande bewering omtrent 80 meren waarvan 42 op Fraser eiland correct is maar heb in ieder geval nergens een fraaie lijst gevonden.
Ik kwam vervolgens Uw artikel in Palaeogeography, Palaeoclimatology, Palaeoecology Volume 241, Issues 3-4, 14 November 2006, Pages 417-439 tegen (Late Pleistocene and Holocene subtropical vegetation dynamics recorded in perched lake deposits on Fraser Island, Queensland, Australia).
Daarom ben ik zo vrij te vragen: kunt U mij verder helpen ? "

Helaas heeft de hooggeleerde nog niet gereageerd........Maar na zoveel inspanning kunnen we jou geen postkaart weigeren! Laat je land van voorkeur maar weten.

vrijdag 21 mei 2010

The great firewall of china

Neen hoor: de Chinese muur staat niet in brand. Een firewall is een computer die grote netwerken of thuiscomputers beschermt tegen hackers en virussen.

Maar in China wordt dat soort dingen gebruikt om te vermijden dat Chinezen naar staatsgevaarlijke websites zoals Facebook en subversieve reisblogs zoals kapugirima.blogspot.com kunnen surfen. En samen met die Chinezen ook wij natuurlijk.

Dat van die Facebook valt nu nog wel mee en eigenlijk geef ik die opvolgers van voorzitter Mao nog niet helemaal ongelijk, als je leest wat een onzin daar soms opstaat. Maar wat is er nu mis met onze reisblog?

Natuurlijk zijn er allerlei technische hulpmiddeltjes die ik als computerspecialist zou kunnen gebruiken om toch op dat soort sites te geraken. Maar ik ben nu even niet aan 't werk en ben dan liever maar even solidair met dat miljard Chinezen en die 3000-en-oneven buitenlanders hier in China.
Anderzijds - the show must go - dus schakelen we onze Man van Bekkevoort in om deze lasterlijke geschriften via e-mail het land uit te krijgen, want wij kunnen zelfs de blog niet meer updaten van hieruit.

De woorden en de foto's die je vanaf nu ziet zijn dus door de Chinese firewall gesmokkeld en worden noodgedwongen door Irma's Dad gepost omdat wij sinds kort weten dat het leven in Vlaanderen en misschien ook wel in Nederland niet hetzelfde is zonder alle Sabrina's, postkaart-prijsvragen en sappige verhalen over brakende toeristen.

Wij zitten dus in Beijing en heel binnenkort volgt een volledig verslag, maar hieronder alvast enkele sfeerbeelden vanuit deze compleet van de pot gerukte stad.

Ons eerste ontbijt: dumplings



Tien Anmen plein



Gegijzelde bloggers

vrijdag 14 mei 2010

Al die willen te kaap'ren varen


Noot van de wedstrijdredactie
De inzendingen voor de perched lakes prijsvraag uit de vorige blog bleven tot een minimum beperkt, namelijk geen enkele. Wij hebben ook geen idee waar die andere 38 meren zich bevinden, maar in deze blog vinden jullie een iets makkelijkere prijsvraag.

Glasshouse Mountains
Australië is een fantastisch land. Het stikt er van de mooie plaatsjes en nationale parken. Alsof dat nog niet genoeg is worden die meestal uiterst gerieflijk ingericht voor de plaatselijke natuurliefhebbers: overal zijn sanitaire voorzieningen (met wc-papier!), picknicktafels én gratis te gebruiken barbeques!

De Glasshouse mountains dus: vanuit een vlak landschap verrijzen een 15tal heuvels met de meest rare grillige vormen. Het is ons een raadsel hoe die er gekomen zijn... Maar gelukkig hebben de Aussies informatieborden geplaatst en die leren ons dat het vroeger vulkanen waren. De vulkaankegels zijn door erosie verdwenen en wat overblijft is de gestolde lava die nog binnenin de kegel zat. We beklimmen één van de bergen, genaamd Ngungun, en hebben zo een uitzicht over de omgeving.


Lady Musgrave island
"Je bent niet in Australië geweest als je het Great Barrier Reef niet hebt gezien" Zo staat het in alle reisgidsen. Het Great Barrier Reef is een gigantisch rif dat zich uitstrekt voor de oostkust van Australië. Wat echter niet in de gidsen staat is dat Australië een gigantisch land is, je zou het niet zeggen als je het zo rechts onderaan op de wereldkaart ziet liggen, maar het is groter dan Europa en groter dan de United States. Van Sydney (rechtonder) tot Cairns (rechtboven) rijd je een kleine 3000 km! En de 'highway' die deze twee steden verbindt, bestaat grotendeels uit een 2 baansweg (1 strook per rijrichting dus). Omdat Geert en ik geen zin hebben om 3/4 van onze tijd in de auto te zitten besluiten we niet tot helemaal bovenaan de oostkust te rijden, van waaruit de standaard toerist dit rif gaat bezoeken. Wij ontdekken een piepklein eilandje - het Lady Musgrave Eiland - dat het uiterste zuidpuntje van het rif vormt en dat volgens de reisgids dan weer één van de meest onaangetaste en mooiste stukken is: daar willen we naartoe!

Onze uitvalsbasis is het dorpje met de naam "1770" (uitgeproken als "seventeen seventy"). Als sommigen van jullie binnenkort een postkaart ontvangen met de tekst "groeten uit 1770": geen paniek! We zijn niet in de teletijdsmachine van professor Barabas gekropen, we zitten wel degelijk nog steeds in 2010. Het dorpje heet zo omdat de ontdekkingsreiziger kapitein Cook er voor het eerst aan land ging in - jawel ze zijn best logisch die Aussies - het jaar 1770. Eigenlijk was het de Nederlander Abel Tasman die Australië als eerste ontdekte, maar hij ging niet aan land (rare jongens die hollanders). Hij noemde Australië "New Holland" en even later zette hij wel voet op een ander eiland in de buurt dat hij New zealand noemde. Trouwens - beste bloglezers - er schijnt nog een tweede plaatsje op aarde te bestaan met een getal als naam. Wie ons kan zeggen welk stadje, krijgt wederom een postkaart uit een land naar keuze. Wij hopen op iets meer reactie dan afgelopen keer. We kamperen in 1770 aan de zee en overleven maar weer eens een zonsondergang.

Lady Musgrave Island ligt 60 km voor de kust. Het rif ligt er in een ring omheen en houdt de golven tegen, waardoor het water rondom het eiland er spiegelglad bijligt en je er perfect kunt zwemmen en snorkelen. We boeken een dagtocht. De brochure belooft ons een fantastische ervaring, lunch is inbegrepen alsook morning en afternoon tea met cakes! De dame bij wie we boeken zegt ons nog dat we zeker een tablet tegen zeeziekte moeten innemen want ze voorspellen pittige golven. Kapu weet als ervaren zeeman natuurlijk dat dit zwaar overdreven is, en bovendien hebben we zo'n pillen helemaal niet bij dus vooruit dan maar, we gaan de boot op.
Op zo'n boot worden altijd eerst de safety instructions doorgenomen: we moeten absoluut blijven zitten want de boot zal flink schommelen, een vriendelijke jongeman toont ons hoe je een zwemvest aandoet, en dan legt hij tot onze grote verbazing ook het gebruik van de kotszakjes uit! Die dingen hebben een handig draai-en-klik systeem zodat ze zonder morsen door de behulpzame bemanning in ontvangst kunnen genomen worden. Nou, nou.

En daar gaan we dan, 60 km varen op zee, een anderhalfuur durende trip. Hier volgt het reisverslag:

0u05 Van zodra we de haven uit zijn worden de golven behoorlijk pittig, de boot schommelt hard alle kanten op
0u10 Ik hoor Geert naast me mompelen "Verdorie, ik heb die golven toch wel wat onderschat"
0u15 Een dame een paar stoelen verder houdt het niet meer en het eerste kotszakje wordt door de bemanning afgevoerd
0u30 Ik zie Kapu zwetend en met gezwollen oogjes naast me zitten, zijn lippen op elkaar persend
0u40 Steeds meer kotszakjes verdwijnen in de vuilnisbak, de bemanning springt in het rond met servetjes, koude doekjes om in de nek van de mensen te leggen en spreekt iedereen bemoedigend toe
0u50 Ik voel me toch ook niet zo lekker maar blijf halstarrig naar de horizon kijken, proberend mijn ademhaling te controleren en tegen mezelf sprekend "het zijn maar een paar golfjes, het kan niet ver meer zijn"
0u55 Nu begin ik ook te zweten
1u00 Mijn kotszakje wordt afgevoerd
1u15 Ook Kapu's zakje gaat richting vuilnisbak
1u30 Aankomst aan het drijvend ponton (een groot houten vlot dat voor de kust van het eiland ligt) waar de morning tea met een uitgebreid assortiment heerlijke cakes op ons staat te wachten. Juk.

Het 'leuke' aan zeeziekte is dat als je eenmaal uit die hoge golven bent het meteen weer over is. Na een kopje thee en het onder lichte dwang naar binnen wurmen van een stuk cake zijn we weer helemaal de oude.
We varen met een kleiner bootje (met glazen bodem) naar het onbewoonde eiland. Doorheen die glazen bodem zien we stukken van het rif en een joekel van een schildpad!
We maken een wandeling over het eiland. Op het strand liggen er aangespoelde stukken rif.
Ook varen we een rondje in de semisubmarine boot (een boot waarbij je net onder het waterniveau zit en door glas naar vissen kunt kijken).
En dan gaan we snorkellen. Kapu heeft al wat ervaring en springt als een volleerd snorkelaar achterover het water in. Voor mij is het mijn eerste keer. Ik sta wat onwennig aan de kant en voel me net Donald Duck met mijn knalgele zwemvliezen. Ik ben namelijk niet echt een waterrat, ik vond het al eng om in Sydney in de zee te gaan zwemmen ('Wat zijn die golven hoog'). Maar goed, na een half uur wennen en klunzen voel ik me als een vis in het water. Dit is fantastisch!

Hieronder staat een filmpje gemaakt in de semisubmarine boot. Dit is bij benadering wat je ziet als je snorkelt, in 't echt is het natuurlijk veel mooier: het zicht is dan haarscherp, de kleuren zijn helder en overvloedig, alles is in 3D en in plaats van het gezoem van de motor hoor je het zachte klotsen van water in je oren.
De terugvaart, op een stuk rustigere zee, verloopt gelukkig zonder incidenten. Wat een geweldige dag!!

Yeppoon en omgeving
Vandaag - woensdag 5 mei - mogen jullie boekstaven als een historische dag: we passeren de steenbokskeerkring en zijn officieel in de tropen! We stranden in het plaatsje Yeppoon - ten oosten van Rockhampton.

Onderweg kom je soms verrassende dingen tegen. Zo zien we ineens deze constructie langs de weg staan:
We onderwerpen het object aan een nadere inspectie:
Aha! Dat willen we wel. We deponeren een dollar in het geldkistje en nemen een heerlijk sappige ananas mee:

Australië is - zoals eerder al vermeld - een fantastisch land, het is de natte droom van elke toerist. De truc is: rij om het even waar naartoe en ga ter plekke naar het "visitor information center" die zowat overal - tot in het kleinste gehucht - te vinden zijn. Daar word je opgewacht door een behulpzame oude meneer of mevrouw die na zijn/haar pensioen graag nog wat vrijwilligerswerk wilt doen. Een kwartiertje later loop je naar buiten met stapels folders en mappen van de omgeving. En ze geven echt hele goeie tips!

Zo komen we terecht op ons volgende kampeerplekje: Upper Stony Creek in het Byfield National Forest. In het toeristenbureau is er eerst nog wat discussie of we er wel naartoe moeten zonder vierwielsaandrijving, want de gravelweg schijnt nogal wat gaten te vertonen en overstroomt makkelijk, maar als we beloven niet door kniediep water te proberen rijden zetten ze het licht op groen. Eerst moeten we een kampeerpermit krijgen en na het invullen van 3 keer dezelfde gegevens op een ander formulier en daarna ook nog eens online op het internet (het lijkt België wel qua efficientie) kunnen we vertrekken. De reis verloopt vlot, ok er zijn wat hobbels in de weg maar verder valt het allemaal best mee. En we worden beloond want dit is één van de mooiste kampeerplekjes tot nu toe.
Wel staat er een groot waarschuwingsbord: we mogen niet zwemmen want er zitten krokodillen.
Sabrina en ik laten het niet aan ons hart komen.
Kapu hoopt stiekem dat het 's nachts keihard gaat regenen: "Dan overstroomt de weg en zitten we hier vast! Dat zou pas een goed verhaal voor op de blog zijn", maar tot zijn grote teleurstelling blijft het droog.

We kamperen nog een nachtje in het nabijgelegen Fern Hidaway Resort, waar we de kamping delen met een familie Wallabies, een kanotochtje maken en 's avonds een groot kampvuur stoken.
En Sabrina die zoekt er intussen toenadering tot de lokale diersoorten.