woensdag 5 mei 2010

Fraser Island is meer dan een hoop zand

Ons bezoekje vorige zondag aan Fraser Island, voor de Oostkust van Australië ter hoogte van Hervey Bay (even ten Noorden van Brisbane), was in meerdere opzichten interessant.
Om te beginnen is de manier waarop de day-tour naar het eiland georganiseerd wordt een schoolvoorbeeld van de betere toeristenval. Overal in de stad staan bordjes dat 'here' de beste prijs is en je er geld uitspaart (de tour kost consequent overal 165AUD), en dat deze prijs een speciale prijs is omdat het zondag is. Op maandag wissen ze gewoon het woordje 'sunday' uit op het bord en vervangen het door 'monday'.
Wanneer je dan zo'n boekingskantoortje binnengaat, moeten ze meteen wel toegeven dat de tour van 165AUD nogal rush-rush is, maar dat de 200AUD-tour, die in plaats van om 7:45 's ochtends, om 06:15 vertrekt, veel beter is, 'volgens de meeste mensen'...
Als de doorwinterde wereldreizigers die we intussen zijn doorprikken we deze iets te doorzichtige truuk van de agente natuurlijk meteen en boeken ons netjes de tour van 165AUD, alles inclusief (zelfs lunch), alles netjes geregeld en betaald, gewoon klaarstaan om kwart voor acht en de tourbus pikt ons op.

De volgende ochtend stappen we dus netjes op tijd in dat busje en hopen dat we eindelijk verlost zijn van de aasgieren die uit zijn op onze toeristendollars, maar neen hoor. De buschauffeur roept luidkeels door de intercom dat alle klanten die nog niet betaald hebben dat zeker eerst even moeten doen, en herhaalt dit minstens drie maal. Okee ... tot daar volgen we nog. Dan komt het volgende salvo: heeft iedereen wel water, insect repellent en zonnebrandcrème bij? Het 'stikt' van de zandvlooien en muggen, 'je zal dehydrateren' en de zon is verschroeiend, zo luidt de donderpreek, en menig medetoerist kwijnt wit weg van angst... maar geen nood, in de bar op de overzetboot (eigendom van hetzelfde bedrijf) verkopen ze deze producten toevallig ...!


Nu, zij die Irma een beetje kennen weten dat in ons rugzakje de heilige drievuldigheid van insect repellent, zonnebrandcrème en een fles water niet ontbreekt - in dat soort situaties denkt ze aan alles.

Alweer een aanval afgeslagen, eindelijk op nu naar dat verrekte zandeiland.

Dat eiland werd miljoenen jaren geleden gevormd door een ingewikkeld proces dat we u nu even niet willen besparen. Het komt erop neer dat het een strook kapotgemalen Antarctische rots is. Inderdaad - Antarctica - van de zuidpool. Vroeger waren Afrika, India, Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland immers één groot continent (Gondwana genaamd) dat opeens moet beginnen splitsen zijn.
Dat splitsingsproces van Gondwana duurde nogal lang: vergelijk het met B-H-V, Vlaamse lezer, om u er zich iets bij voor te stellen.

Met de tijd werd er dus gesteente vermalen, afgezet in een gebied dat nu de Blue Mountains heet (en waarover wij u in een eerdere post berichtten) en door rivieren en zeestroming meegevoerd voor de Oostkust van Australië, waar het botste op het Great Barrier Reef en zich uiteindelijk ophoopte tot Fraser Island.

Het eiland is 123km lang en 60km breed, ruwgenomen één derde van België dus. Tot op heden heeft Fraser Island ook nog steeds geen regering, maar dat heeft niets te maken met de BHV-splitsing van Gondwana, maar eerder omdat het geen inwoners heeft.

Daarentegen is het wel een plek waar enorm veel mensen gaan kamperen voor een lang weekendje (hier vieren ze ook één mei). Bovendien zijn hier een aantal bijzonder mooie attracties te bewonderen:

Australiës populairste en meest gefotografeerde hoop roestend ijzer: Het Maheno-wrak




Eli Creek, waaruit per dag ongeveer 80 miljoen liter zoet water per dag de zee in stroomt, maar waar je makkelijk door kan pootjebaden en zwemmen, plezier voor jong en oud!






75-mile beach, een reusachtig strand met een lengte van 58 mijl (nooit echte keien in rekenen geweest, die Ozzies) en waarop een 4X4-highway is (max. snelheid 80km/h) en zelfs vliegtuigen landen en opstijgen.





Intussen is het reeds namiddag geworden op onze tour en we scheuren vrolijk met onze 4x4-bus over de highway. Wij hebben de hele dag geen last meer gehad van de dollargieren tot er aan de horizon op het strand plots zo'n vliegtuigje opdoemt. De tourbus houdt halt en de piloot stapt op met de mededeling dat we voor slechts 70AUD deze 'unique opportunity' niet mogen laten liggen om 15 minuten mee te vliegen. Betalen kan achteraf en alle kredietkaarten worden geaccepteerd. We worden bijna koud gepakt door deze laffe steek onder de gordel en bijna steek ik m'n hand op om mee te vliegen, maar gelukkig wordt me dit uiterst vakkundig door Irma verboden met de belofte dat we 'later' wel eens in zo'n kist kruipen.





Een andere bezienswaardigheid is Lake McKenzie, een 'perched lake'. Mij leek het eerder onmogelijk dat er zich bovenop een enorme zandduin een meer kan vormen, maar de bodem van het meer bestaat uit een soort cement, een 100% waterproof laagje humus, gevormd door een mengsel van zand, zoet water en plantenresten. Dat laagje belet dus dat het regenwater door het zand wegsijpelt, waardoor er zich een meer vormt.

Er bestaan op aarde maar 80 dergelijke meren, waarvan er zich 42 op dit Fraser Island bevinden.
Wat dit laatste feit betreft : de lezer of lezeres die ons de andere 38 locaties weet door te mailen ontvangt van ons - jawel - een postkaart uit een land naar keuze - mogen wij de lezers uit het Hageland er wel voor waarschuwen geen flauwe grappen uit te halen: het meer van Rotselaar, noch het zwembad van provinciaal domein De Halve Maan te Diest zijn perched lakes, dus deze antwoorden worden niet goedgekeurd.





Maar goed, Lake McKenzie is dus een fantastisch mooi, kristalhelder zoetwatermeer met hagelwitte stranden eromheen. Dergelijke meren zijn trouwens een van de weinige plaatsen op Fraser Island waar je kan zwemmen. Voor de oceaankust van het eiland stikt het immers van de bloeddorstige haaien: dit komt door de overvloedige aanwezigheid van zoet water dat uit Fraser Island de zee instroomt, een habitat vormt voor zeegras, waar miljoenen vissen op af komen, die op hun beurt een makkelijke prooi zijn voor de haaien. Haaien zijn overigens niet de enige roofdieren die gevaarlijk zijn voor mensen. Dingo's!





Uitgeput en geëntertained vatten we de terugkeer naar het vasteland aan, waarbij een strategische 'comfort'-stop ter hoogte van het souvenirs-winkeltje niet wordt overgeslagen. Ons afweermechanisme begeeft het volledig wanneer we ontdekken dat men er zes Magnum-smaken verkoopt: Irma bestelt gelaten een 'white chocolate' en ik, verslagen, één met cappucino-smaak. de overzetboot vaart ons terug naar Australië en we overleven alweer een prachtige zonsondergang. we worden netjes voor onze kampsite gedropt waar we bloggend en voldaan de avond vullen ...

1 opmerking:

  1. Om de 38 meren te vinden waar jullie naar vragen, heb je een paar dagen studietijd nodig, denk ik.
    Ik heb er 5 gevonden (buiten die van Fraiser island): het Malourimeer, het Blauwmeer in Suriname, Het Tancameer in Bolivië, het Lago di Endine en het Titicacameer in Peru/Bolivië.
    Toen had ik er al 2 uur surfen opzitten, en heb het dan maar opgegeven. Het belang van INI Consultancy gaat immers voor :-))
    LML

    BeantwoordenVerwijderen