zaterdag 10 april 2010

Modderpotten en mist

Op voorhand hadden we niet echt een reisroute bepaald voor Nieuw Zeeland. Het enige wat vaststond waren onze vluchten en een 3 daagse boottocht. Zoals jullie in mijn vorige blog gelezen hebben, zijn we begonnen in Auckland op het noordeiland en 3 weken later is onze boottrip helemaal in het zuiden van het zuideiland.
Ineens lijkt Nieuw Zeeland heel groot, en we krijgen het gevoel dat we veel te weinig tijd hebben om alle fantastische dingen in dit land te zien. In het hostel in Auckland komen we veel andere reizigers tegen en allemaal vertellen ze dat het Zuideiland zoveel mooier is dan het noorden.
We besluiten dus om zo snel mogelijk naar het Zuiden af te zakken.

Onze eerste stop na Auckland is Rotorua, het meest toeristische plaatsje op het noordeiland. De busrit ernaartoe is prachtig, we rijden door een hobbitachtig landschap. In het dorp zelf krijgen we een beetje het El Calafate gevoel (onze trouwe lezers herinneren zich dit afschuwelijk toeristische dorpje bij de Morreno Gletsjer in Argentinie), en in tegenstelling tot El Calafate zijn de bezienswaardigheden hier minder spectaculair.
We bezoeken er een thermische area met pruttelende modderpotten, kraters gevuld met dampend water, borrelende poelen en door de zwavel geel gekleurde rotsen. Ook is er een geiser, waar ze elke dag om precies kwart over tien een stuk zeep in gooien zodat ie iets later gaat spuiten... we zijn niet echt onder de indruk.

's Middags gaan we relaxen in thermische baden die naar het schijnt goed zijn voor de gewrichten en de huid. Ze varieren van heet tot bloedheet en hebben een prachtig uitzicht over het meer van Rototua. Het is erg rustgevend totdat er een bus japanse oma's aankomt...

Onze volgende stop is Tongariro National Park, voor de Lord of the Ring fans: hier werd Mordor gefilmd. Je kunt er prachtige trekkings doen. De meeste toeristen wandelen de 1 daagse Tongariro Crossing. Wij besluiten om een iets langere 3 daagse route te nemen. Er is een klein dorpje vlakbij het park en een iets groter dorp wat verder weg. We besluiten om te overnachten in het grotere dorp omdat we nog moeten bevoorraden en trekkingmateriaal huren. Tijdens onze rit naar dit dorp hebben we een prachtig uitzicht op de vulkaan. Even later passeren we een tankstation en enkele huisjes, "Wat een verlaten boerengat" denken we. Dan stopt onze bus: dit is onze eindbestemming. Oops... Gelukkig blijkt het tankstation ook een klein supermarktje te zijn en ze verkopen er allerlei trekkingsvriendelijke voedingswaren: zakjes droogvoer waar je volgens de beschrijving op de verpakking heet water moet toevoegen voor een heerlijke en voedzame maaltijd, energierepen, blikjes sardienen en chocolade. Enthousiast beginnen we te bevoorraden en al snel lopen we tevreden met plastic pakken vol lichtgewicht voedsel de winkel uit. Nu nog even slaapzakken en een kookpot huren bij 1 van de vele trekking verhuurwinkels die we tijdens onze rit door het "dorp" gezien hebben. Gelukkig hoeven we geen tent meer mee te zeulen, de berghutten zijn voorzien van matrassen en ook staat er een gasvuur.
We kiezen de grootste trekkingwinkel die we kunnen vinden: ze verhuren geen slaapzakken! En ook geen kookgerief! Ze hebben alleen rugzakken, jassen en regenbroeken... ooops. Na een uur het ganse dorp rondgerend te hebben blijkt dat er niemand slaapzakken verhuurt.
We besluiten dan maar de eendaagse route te lopen. Helaas zijn de weersvoorspellingen erg slecht, maar we wagen het erop want we willen niet nog langer in dit dorp blijven waar niks te beleven valt.
Het zicht op onze tocht is niet echt optimaal, maar het landschap blijft betoverend.
Als we aan de klim naar de pas willen beginnen komen we nog een bordje tegen dat ons waarschuwt dat we genoeg water, fatsoenlijke schoenen en warme kleren moeten meenemen. Als intussen ervaren trekkers is dit voor ons geen probleem. We hebben zelfs reserve eten voor drie dagen ;)
Tijdens onze klim naar de pas zien we steeds meer mensen terug naar beneden komen die het opgegeven hebben en terugkeren. Wij zetten door, bovenaan staat er een wind van 65 km/uur maar de lokale mensen hebben ons verteld dat de windrichting erg gunstig is: we worden tegen de rotswand geblazen in plaats van in de afgrond en het lijkt ons veilig om door te lopen.
Onze inzet wordt beloond want eenmaal over de pas heen is het windstil en na de volgende pas krijgen we zelfs zon en een straalblauwe hemel. Na dik 6 uur wandelen bereiken we het eindpunt.
En dit is wat we hadden moeten zien, helaas was de hele vulkaankegel gehuld in een laag dikke mist!

De volgende dag nemen we de trein naar Wellington. Het is een prachtige rit door uitgestekte landschappen. De achterwand van onze coupe bestaat uit glas en er is ook een uitkijkbalkon op de trein.

In Wellington zelf kijken we nog een dagje rond waarna we de ferry nemen naar het Zuideiland.

Over het zuieiland later meer. Eerst nog de uitslag van onze wedstrijd. We werden overspoeld door reacties, uiteraard wisten jullie dat Valparaiso gebouwd is op 45 heuvels, en Auckland op 45 vulkanen.
Sophie uit Leuven was de snelste. Zij krijgt van ons een postkaart. Laat je de redactie nog weten vanuit welk land?
Martin Kemper uit Bekkevoort eindigt nipt tweede. Om erfeniskwesties te vermijden, en omdat we van hem nog een lift van de luchthaven moeten krijgen, ontvangt ook hij van ons een kaart uit China.
Den Hippie uit Aarschot finisht als derde. Hij gooit zijn twee onschuldig, smekend kijkende dochters in de strijd: Amélie en Camille krijgen dus ook een kaartje uit China.

1 opmerking:

  1. Akkerdjie! Ik had niet eens door dat er een wedstrijd was...
    Op de valreep dus: 45 heuvels en 45 vulkanen :-))

    BeantwoordenVerwijderen