dinsdag 13 april 2010

Abel en Charlotte

Meteen bevalt het Zuideiland ons veel beter, de zon straalt vrolijk aan de hemel. De ferry vanuit Wellington zet ons af in de haven van Picton, een gezellig dorpje gelegen in de Marlborough Sounds. De sounds zijn grillig gevormde fjorden aan de noordoostkust van het zuideiland.

Vanuit Picton gaan we de Queen Charlotte trekking wandelen, een 3 daagse tocht die over 1 van de fjorden loopt. Onderweg doen we aan homestay (logeren bij mensen thuis). Onze rugzak wordt door de taxiboot elke dag naar de volgende bestemming gebracht. Dat is handig, het klinkt als luxe na onze tocht in Torres del Paine in Chili waar we zelf onze rugzakken droegen en in een koude tent moesten slapen.
De taxiboot brengt ons naar het beginpunt van onze trekking. Onderweg krijgen we het gezelschap van enkele dolfijnen die minutenlang de boot achtervolgen en vrolijk uit het water springen. Hieronder een filmpje waar je de dolfijnen onder water ziet zwemmen, en als je lang genoeg kijkt zie je ze ook uit het water omhoog springen:

De eerste dag van onze tocht lopen we 13 km over een heuvelachtig landschap met prachtige vergezichten onder begeleiding van vrolijk gefluit van vogels.

Dag 2 wordt een makkie:14 km volledig vlak. Helaas is dat buiten het weer gerekend. Het giet pijpenstelen!! Vier uur lang lopen we door de gietende regen en we zijn door en doornat ondanks regenbroeken en jassen. 's Avonds kan ik mijn onderbroek letterlijk uitwringen.
Gelukkig is alle ellende gauw vergeten als we bij onze overnachtingsplaats aankomen. We logeren bij de 79 jarige Noeline in the middle of nowhere. Zij ontvangt backpackers bij haar thuis en met het gespaarde geld maakt ze verre reizen. Dit jaar plant ze een trip naar Noorwegen en Ijsland! Ze is heel hartelijk, al versta ik maar de helft van wat ze vertelt want haar nieuw zeelandse accent is nogal sterk. Ook moeten we met haar naar haar favoriete tv programma kijken: de nieuw zeelandse versie van "de beste hobbiekok". En als we gaan slapen krijgen we uiteraard een warme kruik mee in bed.
De derde dag is pittig: 24 km afwisselend bergop en bergaf, maar voor onze intussen getrainde beenspieren vormt dat geen probleem meer.

Na onze trektocht in de Marlborough Sounds huren we een auto om de rest van het Zuideiland te verkennen. Onze eerste stop is Motueka, een dorpje vlakbij het Abel Tasman natuurpark. We geven Sabrina een lift, nee niet de giraf (die gaat uiteraard ook mee), maar een Duitse die we in Picton al voor de derde keer in het hostel tegenkomen.

In Motueka logeren we uiteraard weer in een hostel, dat is kostenbesparend, wel zo handig als je 6 maanden onderweg bent. De hostels zijn meestal gevestigd in erg mooie huizen:
En daar stopt het dan ook. De meeste rugzaktoeristen slapen er in gemeenschappelijke kamers vol met stapelbedden, wij boeken toch maar elke keer een double room... Wel moeten we de badkamer en keuken met de jongelui delen. De badkamers zijn meestal goed onderhouden en worden regelmatig schoongemaakt, dus daar hebben we geen probleem mee (behalve dan in Wellington, toen een zatte Engelse in haar beha en onderbroek door de gang liep en constant de wc bezet hield omdat ze moest overgeven). De keukens daarentegen... soms zijn ze netjes, en soms niet. In dat tweede geval heb je zin om voordat je gaat koken alles eerst al eens af te wassen voor je er je eten in bereidt. Als de keuken wel schoon is, is dat leuk. Helaas wilt iedereen om 7 uur 's avonds eten en staat de keuken dus provol met mensen die elkaar constant in de weg lopen. Zeker als je probeert groenten te snijden terwijl je voor de bestekbak staat moet je de hele tijd opzij springen voor mensen die graag met vork en mes willen eten.
Het wordt een beetje vermoeiend en dus besluiten Kapu en ik om kleine hostels uit te zoeken, met zo min mogelijk puberende hangjongeren. Helaas hebben die kleine hostels ook kleinere keukens en dus blijven we onze dagelijkse dans ter bereiding van een fatsoenlijke maaltijd uitvoeren.
De hostelkeuken in minimale bezetting:
De hostelkoelkast:
Hostelkiwi's:
In Motueka is het stralend weer en we gaan een strandje opzoeken. Hoog tijd dus om onze Baywatch badpakken uit te gaan testen. Die hebben we als afscheidskado gekregen van Lauren uit Los Angeles.
Helaas maken we hier ook voor het eerst kennis met de sandflies: kleine zwarte vliegjes die graag mensenbloed eten en in hele zwermen op je afkomen. De beten geven een venijnige prik, maar het ergste moet dan nog komen. Vreselijk gezwollen beten waardoor je 2 nachten niet meer kunt slapen omdat je letterlijk gek wordt van de jeuk. Veel mensen in het hostel zie je minutenlang fanatiek krabben aan armen en benen.

We gaan een dag wandelen in het Abel Tasman Park. In het gedoe met tenten en slaapzakkenverhuur hebben we geen zin meer. We nemen de watertaxi naar het beginpunt van de trek en wandelen van daaruit 20km terug naar onze auto.
Tijdens de watertaxirit hebben we een prachtig uitzicht op verschillende eilandjes:
Als we een paar uur later langs datzelfde eiland komen ziet het er helemaal anders uit:
Goed voor ons want nu kunnen we de kortere laagwatertij route nemen:
Het is wederom een stralend zonnige dag en samen met de twee Sabrina's vermaken we ons prima:
's Avonds in het hostel zien we op het prikbord talrijke affiches van bedrijfjes die slaapzakken en dergelijke verhuren....G*dverd*mme!! Hier kan dat dus wel! Daar kunnen ze op het noordeiland nog wat van leren. De volgende dag gaan we langs de westkust naar het zuiden rijden. Tijd om afscheid te nemen van Sabrina...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten